dinsdag 5 april 2005

Paus


Paus Paulus Johannes II is op 2 april overleden.

Ik ben niet katholiek, zei ik al, en ik weet dat er misstanden zijn. Maar toch fascineert deze godsdienst me, de geschiedenis ervan, hoe allerlei heidense invloeden erin zijn opgenomen, de legendes en verhalen van de vele heiligen...

Geen wonder dat ik deze dagen niet voor de buis weg te slaan ben geweest. De begrafenis van Karol Wojtyla en het conclaaf voor zijn opvolging, ik zal het ademloos volgen! Alle achtergrondverhalen, ik zuig het op als een spons.

Op radio, tv en in kranten zijn nu heel veel achtergrondverhalen over pausen. Ik kom tijd, ogen en oren te kort om het allemaal te lezen, en noem me vervelend (het katholieke geloof speelt nou eenmaal geen rol hier, dat heeft Wojtyla in 1985 hoogstpersoonlijk mogen ervaren), maar als ik een heel erg interessant artikel vind (in mijn ogen), dan plaats ik het gewoon

Via mail kreeg ik dit artikel, ik weet geen bron, maar ik heb ervan gesmuld:

De kardinalen van de rooms-katholieke kerk gaan vandaag in conclaaf in de Sixtijnse Kapel in het Vaticaan om een nieuwe paus te kiezen. Ze leven in grotere luxe dan bij voorgaande pausverkiezingen.

De kardinalen zullen worden ondergebracht in het gastenhuis Domus Sanctae Marthae, nabij het Sint Pietersplein, en in de jaren negentig geheel gemoderniseerd en uitgebreid. Suites en kamers beschikken over een minibar, een luxe vergeleken met de sobere houten cellen waar de kardinalen bij de laatste verkiezing in 1978 verbleven. De Nederlandse kardinaal Alfrink zei destijds: ''Er zal voor alle eminenties stromend water zijn, maar of het ook echt stroomt, moet worden afgewacht.''

Ruim een kwart eeuw later zijn de tijden veranderd, in meerdere opzichten. De suites en kamers, waarvan de ramen worden geblindeerd, beschikken over een minibar. Dat was vroeger anders, bijvoorbeeld in 1963, het jaar dat Paulus VI werd gekozen. Michel van der Plas schreef ooit in Elsevier's Magazine dat kardinaal Alfrink na aankomst in zijn cel een fles Hollandse jenever in zijn koffer aantrof: ''Het zal de eerste, maar ook wel enige keer geweest zijn dat Bols in een conclaaf aanwezig was.'' Dat wordt straks nog afwachten in de minibars.

De duur van een conclaaf kon in de vroege geschiedenis nogal uitlopen, de verkiezing van Gregorius X in Viterbo, regio Latium, duurde bijna drie jaar, van december 1268 tot september 1271. Richard P. McBrien schrijft in zijn boek De Pausen dat het dak van het bisschoppelijk paleis op een gegeven moment werd verwijderd om de kardinalen bloot te stellen aan hitte, regen en nachtelijke koude. Ook werden de kardinalen met uithongering bedreigd als ze niet snel tot een keuze van een opvolger zouden komen.

Gregorius hield het na die drie jaar zelf ook drie jaar vol. In 1800 vond een conclaaf plaats dat nog drieënhalve maand duurde. In de laatste 160 jaar werden de twee langste conclaven na amper vier dagen beëindigd. Johannes Paulus II werd in twee dagen gekozen.

Zaken die hij heeft veranderd in zijn op 22 februari 1996 opgestelde verordening Universi Dominici Gregis (Herder van de grote kudde des Heren) betreffen de wijze waarop de stembriefjes bij een nieuwe pausverkiezing moeten worden ingevuld (in een leesbaar, maar niet herkenbaar handschrift), gecontroleerd en verzameld, hoe de stemming verloopt en een verbod op het fotograferen van een gestorven paus in zijn privé-vertrek (de lijfarts van Pius XII maakte na diens dood in 1958 foto's van de overleden paus en verkocht ze voor veel geld aan een boulevardblad).

Johannes Paulus schafte ook het eeuwenoude ceremonieel af om de gestorven paus de vraag te stellen of hij sliep. Voor het stellen van deze vraag werd de overledene driemaal met een zilveren hamertje op het voorhoofd getikt. Johannes Paulus I was in 1978 de laatste paus bij wie dat nog wel gebeurde. Een andere verandering betreft het controleren door twee technici van de Sixtijnse Kapel en andere conclaafruimten op afluisterapparatuur.

Johannes XXIII veranderde al het gebruik dat na de verkiezing de kardinalen op hun knieën naar de nieuwe paus kropen om vervolgens de voeten en de handen te kussen. De voetkus werd uiteindelijk afgeschaft.

Tot het eind van de achttiende eeuw kwamen de kardinalen bijeen op de locatie waar de paus was gestorven. Het conclaaf - het Latijnse cum clave betekent 'met de sleutel', achter gesloten deuren dus - wordt sinds 1878 gehouden in de de vijftiende-eeuwse Sixtijnse Kapel, in opdracht van paus Sixtus IV gebouwd. De kapel is vooral bekend door de muur- en plafondschilderingen. De verkiezing vindt plaats voor een fresco van Michelangelo, Het Laatste Oordeel, in 1541 door hem voltooid op de muur achter het altaar.

Tot nu toe werd tijdens het conclaaf een antiek kacheltje in de Sixtijnse Kapel geïnstalleerd waarin de stembiljetten van de kardinalen werden verbrand. Werd aan de biljetten vochtige stro toegevoegd, dan kwam er zwarte rook uit de schoorsteen boven de kapel (nog geen paus). Pas als de paus was gekozen, werd droog stro toegevoegd, hetgeen witte rook opleverde. Dit is een gebruik sinds 1903. Het verbranden gebeurde niet na iedere stemming, maar pas na twee stemmingen die zonder resultaat bleven. De stembiljetten werden één voor één door de kardinalen in een miskelk op het altaar gedaan.

Het aantal stemmingen verschilde nogal. Johannes Paulus II werd bij de achtste stemming tot paus gekozen. Pius XI had in 1922 veertien stemmingen nodig.

Aan de gekozene wordt gevraagd of hij de verkiezing aanvaardt. Bij het antwoord 'accepto' is hij formeel paus en wordt gevraagd welke naam hij aanneemt.

Niet altijd is voor het publiek op het Sint Pietersplein duidelijk geweest of het kacheltje witte of zwarte rook produceerde. De laatste witte rook, na de verkiezing van Johannes Paulus II, was te zien op 16 oktober 1978 om 18.18 uur. Een half uur later was de balkonscène.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten