Dronten - Het stationsgebied in Dronten nadert zijn voltooiing. Het is bijna klaar om de eerste treinen te ontvangen vanaf 8 december, en de duizenden reizigers die daarmee gepaard gaan. Een rondgang door het gebied met wethouder Hans Engelvaart levert tal van wetenswaardigheden op, die voor het normale oog verborgen blijven.
Vorige week schreven we al over de telefoontjes die de wethouder verwacht over de bomen. De ‘Pinus sylvestris’ (intimi mogen ‘den’ zeggen) is namelijk al 25 jaar oud, en zal na de recente verplanting zijn naalden verliezen. ‘En ik weet nu al dat we telefoontjes gaan krijgen dat de bomen dood zijn,’ aldus de Engelvaart. Maar Drontenaar, vrees niet: Pinus verliest wel zijn naalden, maar niet zijn streken. Na de rui staat hij weer vol in bloei. 
 
 De betonnen randen rondom de bomenbakken zijn ook zitjes. Geen overbodige luxe, want aan de stadskant van het station zijn links en rechts scholen gepland. Links de Mbo-school, waarvoor nog wat meningsverschillen te slechten zijn. Rechts de Vmbo/Mbo-opleiding, waarover u alles leest op de voorpagina van deze krant.
 
 Omdat er op het budget voor het station nog wat geld bespaard bleef, de doorgang onder het station is minder breed geworden dan de NS had gepland, heeft Engelvaart het voor elkaar gekregen dat er nog een tweede opgang naar het station komt aan die zijde. Dat voorkomt dat vanaf 2015 grote stromen scholieren eerst de weg over moeten steken om op het station te geraken.
 
 Die extra opgang kan ook worden gebruikt voor de parkeerders, die op het P+R-terrein de auto parkeren. Dat terrein, goed voor ruim 200 auto’s die er gratis kunnen parkeren, ligt aan de andere kant van het station.
 
 Aan de linkerzijde van het station, allemaal vanaf de stadskant gezien, komt een ‘kiss & Ride’-strook. Daar is geleerd van Lelystad, in de zin van ‘zo moet het dus niet’. Lelystad heeft parkeerhavens, en dat zorgt ervoor dat mensen er ook hun auto langer neerzetten. Op de Drontense kus- en rijstrook kan dat niet: snel in- of uitstappen, en dan moet er worden doorgereden, want de auto’s erachter staan al te wachten. Er is geen ruimte om te parkeren.
 
 Nog een aardigheidje aan de linkerzijde, maar dan onder het station: een openbaar toilet. Ook daar was niet in voorzien, maar ook dat kon er nog af doordat er elders wat geld over bleef.
 
 Er is geen geld bespaard op de fontein links. ‘Dat is één van de duurste onderdelen van dit station,’ aldus de wethouder. De 145.000 euro die het gekost heeft zit voornamelijk onder de grond. Daar zit een enorme installatie. Dat u het maar weet.
 
 Misschien nog goed om te melden dat er ook ruimte is op het nieuwe station voor ‘Join the pipe’, een watertappunt. Via dat project wordt bovendien geld ingezameld om water en sanitaire voorzieningen in ontwikkelingslanden te faciliteren. Kortom: laat de eerste trein maar komen!