dinsdag 4 mei 2004

4 mei

Vandaag herdenken we niet alleen de mensen die in de Tweede Wereldoorlog omkwamen, maar ook alle andere slachtoffers van oorlog en ellendige regimes. Morgen vieren we de vrijheid, vandaag staan we er bij stil dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
Mijn ouders en grootouders hebben een heel andere tijd gekend dan ik. Laten we dit nooit vergeten, zuinig op en dankbaar voor onze vrijheid zijn!


HET LIED DER ACHTTIEN DOODEN 

Een cel is maar twee meter lang 
en nauw twee meter breed, 
wel kleiner nog is het stuk grond, 
dat ik nu nog niet weet, 
maar waar ik naamloos rusten zal, 
mijn makkers bovendien, 
wij waren achttien in getal, 
geen zal den avond zien. 

O lieflijkheid van licht en land, 
van Holland's vrije kust, 
eens door den vijand overmand 
had ik geen uur meer rust. 
Wat kan een man oprecht en trouw, 
nog doen in zulk een tijd? 
Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw 
en strijdt den ijdlen strijd. 

Ik wist de taak die ik begon, 
een taak van moeiten zwaar, 
maar't hart dat het niet laten kon 
schuwt nimmer het gevaar; 
het weet hoe eenmaal in dit land 
de vrijheid werd geeerd, 
voordat een vloekbre schennershand 
het anders heeft begeerd. 

Voordat die eeden breekt en bralt 
het miss'lijk stuk bestond 
en Holland's landen binnenvalt 
en brandschat zijnen grond; 
voordat die aanspraak maakt op eer 
en zulk Germaansch gerief 
ons volk dwong onder zijn beheer 
en plunderde als een dief. 

De Rattenvanger van Berlijn 
pijpt nu zijn melodie, - 
zoo waar als ik straks dood zal zijn 
de liefste niet meer zie 
en niet meer breken zal het brood 
en slapen mag met haar- 
verwerp al wat hij biedt of bood 
die sluwe vogelaar. 

Gedenkt die deze woorden leest 
mijn makkers in den nood 
en die hen nastaan 't allermeest 
in hunnen rampspoed groot, 
gelijk ook wij hebben gedacht 
aan eigen land en volk - 
er daagt een dag na elken nacht, 
voorbij trekt iedre wolk. 

Ik zie hoe't eerste morgenlicht 
door 't hooge venster draalt. 
Mijn God, maak mij het sterven licht- 
en zoo ik heb gefaald 
gelijk een elk wel falen kan, 
schenk mij dan Uw gena, 
opdat ik heenga als een man 
als 'k voor de loopen sta. 

Jan Campert

Geen opmerkingen:

Een reactie posten