woensdag 4 september 2013

‘Kien-wah’

Renske de Greef
4 september 2013
Leestijd 2 minuten

Mijn liefste,

Bij elk artikel en elk recept staat het er weer ostentatief bij, voor de onwetenden

Het is alweer een tijd geleden dat we aan elkaar geïntroduceerd werden. Ik weet het nog goed: het gouden avondlicht, het zachte briesje dat door de bladeren ruiste, de vriend die zei: „Oe! Dit graan voorkomt vadsigheid! Jee!” En daar was je: een bak gevuld met honderden glimmende korreltjes puur geluk.

Andere aanbidders in mijn omgeving pronkten met je exotische achtergrond: je wordt het graan van de Inca’s genoemd – wat voelt alsof we de Machu Picchu feitelijk aan jou te danken hebben, en alsof je een aantrekkelijk soort oerkracht bezit, zoals kiemen en pas uit de rulle aarde getrokken knollen en rugbyspelers die een haka uitvoeren in mijn slaapkamer.

Vanaf dat moment was het aan – ik koos voor jou. Makkelijk, multi-inzetbaar en het enige soort voedsel dat gemaakt lijkt te zijn van buikspieroefeningen. Mijn bussen pasta en rijst zagen het met lede ogen aan en kwijnden weg. Maar kom op: pasta! Die logge schelpjes! Die plompe penne! En rijst – zó net niet jou! Ik overwoog je door mijn muesli te gooien en googelde zelfs een keer naar speciale koekjesrecepten – zo diep zat de liefde.

Maar inmiddels begint er zich een probleem af te tekenen. Een hindernis die weliswaar al een tijdje onder de oppervlakte sluimerde, maar die ik inmiddels niet meer kan negeren. Het is zo… aanwezig. Zo opdringerig. Zo onvermijdbaar.

Bij elk artikel en elk recept staat het er weer ostentatief bij, voor de onwetenden, de nieuwelingen of de hardleerse personen onder ons: „je schrijft ‘quinoa’, maar je zégt ‘kien-wah’”. Kien-wah. Maar sorry: Dat KLINKT toch niet? Ik kan mezelf niet serieus nemen als ik ‘kien-wah’ zeg. Zodra je ‘kien-wah’ uitspreekt, behoor je tot de mensen die je in een restaurant meewarig aan kunnen kijken, voordat ze zeggen: „Sorry, bedoel je misschien bouillabaisse?”, met het meest aanstellerige Franse accent dat er bestaat. Of mensen die een pizza met ‘prossssjjjutto’ bestellen, al luisterend naar een tsjelloconcert van Dvorák. Bovendien word je zo ook direct de reformvariant van een hipster: iemand die duidelijk wil maken dat ie jou al kende vóórdat je beroemd werd en in alle zomerbarbecue-salades opdook en 2013 tot Internationaal Jaar van de Quinoa benoemd werd.

Kijk: quinoa, uitgesproken als kie-no-a, dát is een gezellige naam. Swingend, opgewekt, alsof er een steeldrumliedje over gemaakt zou kunnen worden: “Kienooooaaa, kienooooaaa, eet het en krijg geen sooooaaaa.” Dát is een graan waar ik van kan houden. Kien-wah vind ik daarentegen een onsympathiek, overschat gewas voor nuffige foodies die ook nonchalant over charcuterie, crudité en hun pediculosis pubis spreken.

Ik zal je blijven eten, quinoa. Maar voor mij blijf je kienoa, het gezellige graan waar ik ooit voor viel.

Liefs,

Je Renske

Geen opmerkingen:

Een reactie posten