woensdag 17 december 2003

De geschiedenis van Kerst

Ik heb vroeger gegevens verzameld over traditionele feesten en allerlei folkloristische gebruiken.
Hieronder, van de hak op de tak, wat sprokkels over kerst.
Leesvoer voor de kortste dagen van het jaar!
* Kerstmis is behalve een kerkelijk feest, vooral een sfeerfeest met gezelligheid, visite, muziek, versiering, eten en drinken. Men versiert met kersttakken, kransen, kaarsen, een kerstboom, cadeaus en de kerststal. We sturen kerstkaarten en wensen de ontvangers gelijk een goed nieuwjaar.
Toch zijn er ook mensen die liever op wintersport gaan, of uit protest tegen de ellende in de wereld geen kerst vieren, en kerstmis begon in de jaren 90 het oude Sinterklaasfeest steeds meer te verdringen (dit is inmiddels niet meer zo!). Het bezwaar dat sommigen tegen kerst hebben, is ook, dat de gezelligheid voor sommigen een verplichtend karakter kan krijgen: 'wat doen we met moeder?' en (schoon)ouders die hoge eisen stellen aan hun (schoon)kinderen. Kerststress is dan ook helaas een vaak voorkomend verschijnsel.
* De Kerstnacht werd door het Christelijke Rome gekozen als datum van de geboorte van Christus (die vond plaats tussen het jaar 4 en 8 van de Gregoriaanse jaartelling), zodat de heidenen hun zonnewendefeest konden handhaven. In de 5e eeuw klaagde paus Leo de Grote echter, dat Romeinse christenen in de kerk nog steeds de zonnegod Mithras als eerste begroetten, terwijl Kerst volgens hem niet het feest van de zon was, maar van Christus, de Ware Zon.
* De katholieke kerk heeft in de Kerstnacht een nachtmis, de protestantse kerk een nachtdienst, beide worden ook bezocht door mensen die anders zelden of nooit in de kerk komen. Vroeger heette de mis 'Kindjewiegen' omdat er op het altaar een schommelwieg met een Jezusbeeldje stond. Gelovigen brachten hun eigen kind mee in de wieg en schommelden die wieg, als de priester het wiegje op het altaar schommelde. Daarbij werden wiegeliedjes gezongen.
* Volgens oud gebruik brandt men tussen Kerstnacht en Driekoningen een blok hout. Paganisten en wicca’s branden nog steeds een (eiken) Yuleblok tijdens Yule, één van de 8 sabbaths (rond 21 december).
* Een legende zegt dat in de Kerstnacht bijen in hun korven zoemen en dieren kunnen spreken, maar wie ernaar gaat luisteren wordt gestraft. In het water gezonken klokken gaan luiden.
* Boeren legden in de kerstnacht hooi op het erf zodat het Kerstkind dat kan zegenen. Op Kerstmorgen krijgen de dieren het gezegende hooi.
* Op, of even voor, Kerstavond werd de kerstboom versierd (tegenwoordig al veel eerder!) en katholieke mensen halen de kerststal tevoorschijn. Het Kerstkind brengt cadeaus (de Kerstman kwam pas begin 20e eeuw). 
* Rond kerst organiseren liefdadigheidsinstellingen zoals het Leger des Heils kerstmaaltijden voor alleenstaanden, armen, zieken en bejaarden, er worden inzamelingen georganiseerd en kerstpakketten uitgedeeld aan mensen in nood. Bedrijven geven hun personeel een kerstpakket of een kerstgratificatie.
* De kerstboom is meestal geen den maar een spar. Voor de Germanen was de naaldboom symbool van de geheimzinnige kracht van de natuur, de boom blijft altijd groen. Dat geldt ook voor de (kerst)hulst. Ook andere oude volkeren vereerden de naaldboom, zoals de Egyptenaren rond 1400 v.C. Op een afbeelding uit die tijd deelt de godin Noet gaven uit aan de armen onder een naaldboom. De Kerk zag de naaldboom als de boom in het paradijs waarvan Eva haar appel plukte. De geboorte van Christus bracht de mens verlossing in deze vloek. De piek symboliseert de Ster die de herders en de drie wijzen de weg naar de stal wees, waar Jezus geboren was.
De kerstboom ontstond begin 16e eeuw in de Elzas en Duitsland, Maarten Luther verklaarde de boom tot symbool van Jezus' geboorte en het licht, voor de protestanten. Eind 19e eeuw werd het gebruikelijk de boom in de huiskamer te zetten. Omdat protestanten van het Roomse Sinterklaasfeest-met-cadeautjes af wilde, verplaatste hij het 'weldoen' naar Kerst.
* Mistletoe of maretak wordt ook als versiering gebruikt. Onder de mistletoe mag men elkaar kussen (symboliseert de nesteldrang in de lente).
* De rode kleur die men in versieringen gebruikt zou te maken hebben met de vroegere zonaanbidding.
* Franciscus van Assisi bedacht de kerststal, toen hij in 1223 van paus Honorius III de geboorte van Jezus met levende personen mocht uitbeelden. Hij bouwde de levende stal na in het bos bij het Italiaanse plaatsje Greccio en verzorgde als diaken de mis. Door deze handelingen zou het Jezuskind zich manifesteren in brood en wijn, en als door een wonder lag er opeens een kind in zijn armen! De kerken namen de kerststal over, en uiteindelijk ook gezinnen.
* Het kerstbrood of de kerststol zou de vorm hebben van een in doeken gewikkeld kind.
* Zowel de hulst- of sparrenkrans als het banket hebben een ronde vorm, die verwijst naar het wiel dat de Germanen de heuvel afrolden om het rondgaan van de zon te ondersteunen.
* Vooral tijdens Kerst wordt in Twente op grote midwinterhoorns geblazen, een ver-dragend zwaar geluid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten