zondag 22 februari 2004

Theo Koomen

Theo Koomen is, bijna 20 jaar na zijn overlijden, waarschijnlijk nog steeds één van de markantste sportverslaggevers die Nederland ooit heeft gekend.

Hij werd in 1929 in Wervershoof geboren, als zoon van een groenteboer, wilde missionaris worden maar hij moest de studie afbreken vanwege een longaandoening en 3 jaar kuren in een sanatorium. Daarna werd hij journalist. In 1959 werd hij sportjournalist bij het Noord Hollands Dagblad, in 1961 ging hij naar de Volkskrant waar hij de Tour de France mocht verslaan.

Vanaf 1966 werd hij radiosportverslaggever. Hij begon bij de KRO ("Goal"), later volgde hij ook voor de gezamenlijke omroepen wielrennen, schaatsen en voetbal.
Wie denkt dat Jack van Gelder regelmatig extreem uit zijn dak gaat, heeft Theo nog nooit gehoord: toen schaatser Piet Kleine in 1976 Olympisch Goud won, sloeg hij uit pure gekte de ruit van zijn commentatorhokje in splinters... Van zijn verslag van de EC-finale tussen Feyenoord en Celtic Glasgow verscheen (1970) verscheen zelfs een grammofoonplaat...

Ook zijn commentaar tijdens radio Tour de France, achterop de motor van Raymond Nackaert, zal men niet gauw vergeten. En als hij op het moment suprême iets niet goed zag, bedacht hij het ter plekke.
Zijn naam werd vaak op de weg geschilderd door Nederlandse suppurters, tussen die van Zoetemelk, Knetemann en andere wielrenhelden uit die tijd.

Een uitstapje naar de televisie (1973-1976) werd niets. Radio paste beter bij hem. Maar hij schreef ook boeken, zoals "25 jaar doping" (1974, over doping in de wielersport) en later ook autobiografische boeken ("God Bewaar Me" en "Zó was 'r maar ien"),

Op 5 april 1984 reed de 54-jarige Koomen in Schermer op een tegenligger, na de wedstrijd F.C.Twente-Volendam. Hij overleed ter plekke.
In het weekend daarop begonnen veel sportclubs met een minuut stilte. Nederland was geschokt... De kleurrijkste verslaggever van Nederland was niet meer...



Geen opmerkingen:

Een reactie posten