donderdag 28 maart 2013

Opinie


Opinie

'Laat het onbehagen ons motiveren tot idealisme'

Wij, jongeren van de 21ste eeuw, moeten de vooruitgang opnieuw uitvinden, schrijft Rutger Bregman. 'Ons grootste probleem is niet de oplopende jeugdwerkloosheid, de groeiende staatsschuld of het onhoudbare pensioenstelsel. Maar: het leven begon zo goed, dat het alleen nog slechter lijkt te kunnen.'
Beeld anp

Wij zijn de eerste generatie, sinds de oorlog, die het niet beter zal krijgen dan haar ouders. Niet omdat we het niet goed zullen hebben en ook niet omdat het niet beter kan. Maar gewoon: omdat we geen idee hebben hoe het beter moet.

Het lijkt wel alsof we doof zijn en lam. Alle goedbedoelde plannen, van Lux Voor tot Partij2030, zijn hopeloos gestrand. G500, het gedurfde initiatief van Sywert van Lienden, kwam om in media-aandacht. Toch kwamen er nooit meer dan tweehonderd zielen op af. Onlangs werd gepeild dat driekwart van de jongeren vrijwilligerswerk een goede zaak vindt, als het maar voor het cv is. Het carrière-activisme bloeit als nooit tevoren.

Maar de meesten van ons bemoei-en zich nergens mee; 41 procent stemt niet eens. Voor de enkeling die het meent, rest slechts de guerrilla. Af en toe een opiniestuk, een kleine demonstratie - zelfs G500 gaat inmiddels als denktank door het leven. En als we al demonstreren, waar doen we het dan nog voor? Gingen onze (groot)ouders de straat op tegen kruisraketten en apartheid, wij maken ons druk over onze studiefinanciering, of erger nog, ons pensioen.

Last van verwendheid
Het is niet dat we het niet goed hebben, integendeel. We dragen de last van verwendheid. Onze jeugd was geweldig, we behoorden zelfs tot de gelukkigsten ter wereld. Maar nu de wijde wereld van onbegrensde mogelijkheden opengaat, storten we steeds vaker in. Dan blijkt de wereld een kille plek, van concurrentie en werkloosheid. Geen Disneyland waar alle dromen uitkomen (als je er maar hard genoeg in gelooft), maar een rat race waarin mislukken je eigen schuld is.

Nog nooit liepen zo veel studenten bij de psycholoog. Nog nooit kampten zo veel jonge werknemers met een burn-out. En dus wordt er gedweild, met de kraan open. Nederland heeft de hoogste psychologendichtheid van Europa. De talloze loopbaancoaches kunnen zo langzamerhand zichzelf adviseren. De ziektes van het collectief - werkloosheid, onbehagen, depressie - worden keer op keer in het individu gelokaliseerd. We zijn opgevoed met de gedachte dat niet de samenleving, maar wijzelf maakbaar zijn. Als je maar ambitieus, top en excellent genoeg bent.

Niet dat we egocentrisch zijn - we letten juist steeds meer op anderen, die net iets excellenter zijn, waardoor we onszelf in de put kunnen blijven praten, hoe top we ook zijn.

'Heel bijzonder persoon'
In het Potemkindorp dat Facebook heet, wanen we ons uniek. Bijna 70 procent van alle jongeren beschouwt zichzelf als een 'heel bijzonder persoon'. Maar in werkelijkheid zijn we steeds meer op elkaar gaan lijken. We lezen dezelfde bestsellers, kijken dezelfde blockbusters en dragen dezelfde onderbroeken. Onze grootouders werden gedisciplineerd door God, familie en vaderland, wij gaan gebukt onder media, marketing en controlestaat. We zijn, in de woorden van Paul Verhaege, 'kopieën van elkaars exclusiviteit, zonder het voordeel van onderlinge verbondenheid.'

Kerk, partij en vakbond zijn afgeschreven. Ook de scheidslijnen van weleer, rechts en links, mogen wat ons betreft bij het grofvuil. We willen gewoon 'de problemen oplossen', alsof politiek bedrijfsmanagement is. Dat we de vrijheid van meningsuiting zo verheerlijken, is misschien wel geen symptoom van vrijgevochtenheid, maar van nihilisme. Het is een lege vrijheid geworden.

Ons grootste probleem is niet de oplopende jeugdwerkloosheid, de groeiende staatsschuld of het onhoudbare pensioenstelsel. Veel fundamenteler is dit: het leven begon zo goed, dat het alleen nog slechter lijkt te kunnen. Voor het eerst sinds de oorlog gelooft een meerderheid dat toekomstige generaties het slechter krijgen - en dat terwijl een nieuwe oorlog even waarschijnlijk is als een homoseksuele paus.

Gebrek aan betekenis
Maar we gaan een lange periode van economische stagnatie tegemoet. De oude motors van groei (harder werken, innovatie en lenen, lenen, lenen) zijn voorlopig opgebrand. Het Centraal Planbureau belooft al jaren dat we straks op het groeipad terechtkomen, maar ieder jaar schuift het zijn voorspellingen weer op. En als de profetieën dan toch, eindelijk, uitkomen: zal meer koopkracht onze levens beter maken? Het lijkt er niet op. Net als alle andere Nederlanders maken we ons zorgen over de groeiende onzekerheden, het individualisme en het gebrek aan betekenis in ons leven. Lange tijd was dat niet zo'n probleem, omdat de drug van economische groei de illusie van vooruitgang gaf. Maar wij hebben die luxe niet meer.

Natuurlijk, sommigen van ons proberen het oude vooruitgangsgeloof nog te reanimeren. Kan het toeval zijn dat onze generatie - naast soapsterren, rappers en andere leeg-hoofden - voornamelijk door zogeheten 'nerds' wordt vertegenwoordigd, die met hun apps en gadgets de laatste hoop op groei symboliseren?

Toch zullen wij, jongeren van de 21ste eeuw, onze vooruitgang niet meer vinden in de koopkrachtwolk. De oplossingen voor stress en burn-out liggen immers in minder efficiency en meer vrije tijd. De oplossingen voor ideeënarmoede en apathie in minder kenniseconomie en meer verwondering. De oplossingen voor onbehagen en zinledigheid in minder cv-building en meer idealisme. We zijn er niet voor opgevoed, maar wij zullen zulke oplossingen weer politiek moeten maken.

Onbehagen
Ik put hoop uit wat er onderhuids al borrelt. Consumenten die samen zonnepanelen aanschaffen, burgers die buurthuizen en bibliotheken overeind houden en zzp'ers die de handen ineen slaan. Do it yourselves - let op het meervoud - kan een nieuw 'wij' doen postvatten. Toch gaat het in de eerste plaats niet om wat we doen, maar om wat we denken. Dát we denken. Wat dat betreft put ik hoop uit ons onbehagen, want onbehagen is niet hetzelfde als onverschilligheid. Al die nostalgie (het verlangen naar een verleden dat nooit heeft bestaan) doet vermoeden dat er nog idealen zijn, ook al hebben we ze levend begraven.

Echte vooruitgang begint bij wat de kenniseconomie ons niet kan leren: nadenken over het goede leven. Wij moeten doen waar grote denkers als John Stuart Mill, Bertrand Russell en John Maynard Keynes een eeuw geleden al voor pleitten: 'waarde hechten aan doel boven middel en aan het goede boven het nuttige.'

Hallelujagezang
De benodigde dromen en idealen zijn niet voorbehouden aan de hippies alleen. En ze hoeven echt niet om de haverklap te worden omgezet in aalmoezen en hallelujagezang. Het belangrijkste is dat we onze geest weer op de toekomst richten. Dat we ophouden met het consumeren van ons eigen chagrijn via peilingen en de altijd-slecht-nieuws-media. Dat we in discussie gaan, over alternatieven denken, en nieuwe collectieven vormen. Dat we het juk van de tijdgeest afschudden en laten zien dat we niet doof zijn, en ook niet lam. Dat we het idealisme herkennen in elkaar.

Misschien kunnen wij - de zogenaamd 'grenzeloze generatie' - dan ook weer eens naar buiten kijken, de wereld in. Dan zullen we zien dat de oude vooruitgang daar gewoon nog voortdendert. We zullen zien dat we leven in een geweldige tijd, van afnemende honger en oorlog en van een snel stijgende rijkdom en levensverwachting. Maar dan zullen we ook zien hoeveel ons, de rijkste 1 procent, nog te doen staat. Anne Frank, het beroemdste lid van de laatste generatie die het daadwerkelijk slechter kreeg dan haar ouders, schreef: 'Wat geweldig dat niemand ook maar één moment hoeft te wachten met het verbeteren van de wereld.'

Rutger Bregman is historicus.

Vandaag verschijnt van Rutger Bregman De geschiedenis van de vooruitgang (De Bezige Bij).
Niet dat we egocentrisch zijn – we letten juist steeds meer op anderen, die net iets excellenter zijn, waardoor we onszelf in de put kunnen blijven praten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten