vrijdag 7 februari 2020

30-Day Song Challenge - dag 27

Zie mijn introductie op 12 januari.  Het is de bedoeling dat je elke dag een bepaald liedje noemt binnen een bepaalde context. Eigenwijs als ik ben hou ik het niet altijd bij één liedje...!

(tekst gaat verder onder de afbeelding)



Day 27 - a song that breaks your heart

Van 1985-1990 heb ik als vrijwilligster bij een ziekenomroep gewerkt. Eén van de verplichte bezigheden was, dat je een tijdje niet in de studio, maar in één van de bejaardeninstellingen gaat werken en live verzoekplaatjes gaat presenteren. Ik deed dat met twee andere vrouwen, Tina en Frida, en er was ook een technicus.
Op een dag werd Het hondje van Dirkie aangevraagd. "Dan gaan wij op de gang staan!" riepen Frida en ik tegelijk. Want wij tere zieltjes kunnen daar echt niet tegen!
Wie het geschreven heeft? Internet zegt Louis Davids, maar de opname is uit 1967 en Davids was voor de oorlog al dood. Persoonlijk vind ik het eerder in de stijl van Jacques van Tol, die veel voor Davids heeft geschreven maar "fout" was in de oorlog (hoewel hij ook mensen had helpen onderduiken). Na de oorlog haalde men zijn neus voor hem op, maar men kwam wel stiekem bij hem langs voor nieuwe teksten (o.a. De voetbalpool van Wim Sonneveld). Hier staat: "Hij en Van Tol kwamen overeen dat Van Tol anoniem zou blijven als tekstdichter van vrijwel alle teksten van Davids na 1929."
Het trieste lot van het hondje van de Amsterdamse Dirkie moet je zelf maar luisteren. Ik kan het niet...

Peter Koelewijn (29-12-1940), Eindhovense zoon van een visboer (dus waarschijnlijk met Spakenburgse roots want daar zitten heel veel vissers en visboeren die Koelewijn heten), introduceerde de Nederlandstalige Rock & Roll in 1960. Kom van dat dak af is een klassieker geworden.

In de vroege jaren zeventig ging hij ook als presentator werken en maakte hij hits met titels als Angeline (de blonde seksmachine), het gevoelige Robbie (over Rob Out), Mij oh mij en Veronica Sorry (over het uit de lucht halen van het zendschip Veronica). 

In 1977 verraste hij met het album Het beste in mij is niet goed genoeg voor jou. Er stonden weer ouderwetse branie-achtige swingers op, zoals Je wordt ouder pappa, waarin hij de spot drijft met zichzelf als dertiger die moet erkennen dat hij geen 21 meer is: "Heel veel praatjes op kantoor en je zegt het recht voor zijn raap, maar als een strobaal val je 's avonds laat voor de kleuren-tv in slaap." 

Op diezelfde elpee staat ook KL-204 (als ik God was). Zo hadden we Peterenski Koelewenski, zoals hij zichzelf noemt, nog niet eerder gehoord. Volgens Peter zelf bevat het autobiografische elementen zonder dat hij het zelf had meegemaakt; in een radio-interview zegt hij dat het over een andere vrouw dan zijn vrouw Mieke, waarmee hij veertig jaar getrouwd is, gaat. "Ik zet de radio zacht, maar ik weet niets meer van alles wat ik nog net in mezelf zei. Denk jij dit moment hetzelfde? Maar om terug te gaan gingen wij te ver." Dat het inderdaad autobiografisch is verbaast mij niets, de zang komt van heel diep.
Mieke is enkele jaren geleden gestorven, Peter weet niet zeker of ze er van wist. Zijn tweede vrouw Els met wie hij na haar dood trouwde, weet het wel.

Met een wanhopige stem zingt hij gedetailleerd hoe hij een vrouw, die hem zeer dierbaar is, weg brengt naar Schiphol. "De snelweg Utrecht-Amsterdam rijd ik af bij Vinkeveen," begint hij. Beiden kettingroken de nodige Caballero's weg, als hij de A2 afslaat naar de mij als oud-Hilversumse ook bekende N201 (Zandvoort-Hilversum). 
Dan komt hij in de hal van Schiphol en vervolgens klinkt een stem: "Willen alle passagiers van de KL-204 naar de uitgang gaan."
De vrouw belooft met zachte stem dat ze schrijft als alles wat bezonken is. Ze glimlacht nog naar hem als ze zich bij de pascontrole even omdraait. Op dat moment sterft er iets in hem.

De ik-figuur wilde op dat moment God zijn, zodat hij het vliegtuig uit de lucht kon plukken en haar weer naar hem terug kon brengen. 

De verteller drinkt een kop koffie en kijkt naar de vliegtuigen op "Schiphol in de nacht". Er klinkt een laatste oproep voor de passagiers. Hij háát Schiphol!

Hij rijdt de snelweg Utrecht-Amsterdam af bij Vinkeveen en besluit de andere kant op te gaan: "Er zijn een stuk of drie clubs in Hilversum en daar ga ik dan maar heen," besluit hij gelaten.

Klein detail: er is nooit een vlucht geweest met de naam KL-204...!
Ook hartverscheurend is Tears in Heaven van Eric Clapton. Mijn vader wilde het horen op zijn uitvaart en mijn eerste gedachte toen ik dat hoorde was: nee, dan ga ik janken! 
Want de achtergrond van dit nummer is zo verschrikkelijk verdrietig. Hij bracht het uit eind 1991, nadat zijn vierjarige zoontje Conor op 20 maart 1991 uit een raam op de 53e etage was gevallen. Als je zoiets hoort sta je met een mond vol tanden. Maar Eric Clapton had nog woorden. 
Hij vroeg zich af of zijn zoontje hem nog zou herkennen als hij hem zag in de hemel. Zou Conor zijn hand vastnemen?

Maar Eric moest sterk zijn en doorgaan, zijn weg weer vinden, want hij weet dat hij niet in de hemel hoort, niet in de hemel kan zijn.

De tijd kan je laten buigen, je hart breken, je laten smeken: alstublieft... Achter die deur is de vrede, weet Eric zeker. En in de hemel zijn geen tranen meer. maar hij moet doorzetten en sterk zijn, want hij hoort niet in de hemel.



Rita Hovink (1944-1979) stond vooral bekend als zangeres van jazzmuziek en later vrolijke  Nederlandstalige liedjes zoals Antonio en Ay Dolores. Eind 1976 kwam haar single Laat me alleen uit, een vertaling van Pazza Idea (door Gerrit den Braber). Dit had een heel andere toon. Rita had altijd al een emotionele stem, die gek genoeg ook prima werkte in het vrolijke genre, maar in dit lied pas echt tot zijn recht kwam.
De ik-persoon in het lied wil alleen gelaten worden met al haar verdriet, het is beter, zingt ze, dat ze nu geen mens meer ziet. Getroost worden kan niet, een glimlach noemt ze "pure parodie" want ze is haar toekomst en haar doel verloren.
Haar geliefde is weg. Ze ziet zijn laatste glas staan, zijn laatste boeket, wat sigaretten, maar ze voelde: dit afscheid was anders dan voor heen. "Dit was definitief, ik ben nu alleen, en hem had ik zo lief," zingt ze met een snik.
Haar omgeving probeert haar te troosten. "Ach, het komt toch wel vaker voor, straks komt je glimlach weer, ben je hem weer vergeten." Maar de ik-figuur weigert dat aan te nemen. "Dit gevoel gaat nooit meer weg!" Ze zegt opnieuw alleen gelaten te willen worden. "Zeur niet tegen mij." Als ze alleen is voelt ze hem nog dichtbij.

Er zijn heel veel liefdesliedjes en liefdesverdrietliedjes, maar zo prachtig gezongen, dat de tranen langs je speakers rollen.
Op 7 september 1979 overlijdt ze op 35-jarige leeftijd aan borstkanker. Die werd in 1976 ontdekt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten