zondag 12 april 2020

Na 75 jaar vond hij de eigenaar van een Bijbel

Gistermiddag viel ik middenin een interview in Spijkers met Koppen, over een man, Oscar Kocken, die van zijn hoogbejaarde oma een Bijbeltje had gekregen. Die had zijn opa te bewaren gekregen van Cornelis Marinus van Leeuwen, een Nederlander die in een Duits gevangenenkamp zat in de dagen vlak voor de bevrijding. Van Leeuwen had verzocht die aan zijn familie te overhandigen. Dit is echter nooit gelukt. Toen Kocken's oma 75 jaar later de Bijbel aan haar kleinzoon gaf, besloot die alsnog naar nazaten van Van Leeuwen te zoeken. En dat is gelukt: hij heeft de weduwe gevonden!In de Bijbel stond een naam, en er waren ook brieven van de moeder van Van Leeuwen.

Kocken begint de website www.groetenvaneenonbekende.nl en gaat op zoek. Dan neemt iemand contact met hem op en zegt: "De ouders van Cornelis waren de oma en opa van mijn moeder." En die had nog meer nieuws: Cornelis zelf had het kamp overleefd, ontmoette na de oorlog zijn latere vrouw en die leeft nog steeds! Cornelis zelf is tien jaar geleden overleden.

Zodra de coronamaatregelen voorbij zijn brengt Kocken de Bijbel terug. Hopelijk duurt dat niet te lang, want de weduwe moet ook al dik in de negentig zijn...

Oscar Kocken heefty er op Twitter een reeks van 31 tweets over gewijd inclusief foto's, die te mooi zijn om niet in deze blog te zetten.

Mijn oma dacht ons een lol te doen door alvast zélf de zolder op te ruimen. "Scheelt jullie straks een boel tijd," zei ze monter.
"Maar ik vond daar dus een bijbeltje..."
En zo herinnerde ze zich iets wat zij lange tijd vergeten was en mij lang tijd bezig zou gaan houden.
"Je weet dat opa in de oorlog bij het Rode Kruis zat, toch?"
- "Zeker, ik kreeg z'n dagboek toen hij overleed."
"Precies. Maar wist je ook dat hij in één van de kampen een Nederlandse jongen ontmoette die hem vroeg om alsjeblieft zijn bijbel terug naar Nederland te brengen?"
Ik wist dit niet, maar aangezien oma die bijbel op zolder had gevonden, begreep ik dat opa de belofte niet had kunnen waarmaken.
"Het is nu 75 jaar later, dus we moeten haast maken als we nog een nabestaande willen vinden. Maar nu dacht ik: jij kent toch veel mensen, Oscar?"
En zo kreeg ik dus de opdracht om de zoektocht van mijn opa tot een goed einde te brengen. 75 jaar na dato mocht ik gaan zorgen dat een in de oorlog overhandigde bijbel terug zou komen bij iemand die vast niet wist dat hij of zij gezocht werd. Maar ik had aanknopingspunten!
Allereerst: voorin de bijbel stond een naam. Ik mocht er toch vanuit gaan dat dit de naam was van de jongen die opa in een van de kampen had ontmoet. Ook wist ik dat hij ooit gewoond had in Woerden. Maar ja, googlen op die naam en die plaats leverde niks bruikbaars op...
Google leerde me wel dat men de zondagsschool meestal verlaat rond zijn 12e/13e. Aangezien dat in 1938 gebeurd was, zou dat betekenen dat hij geboren moet zijn rond 1925/1926. Dan was hij 20 op het moment dat mijn opa hem tegenkwam. Misschien had ik iets aan deze info...
In de bijbel zaten een paar brieven. De ene was een aanbevelingsbrief, kennelijk door de oom van deze knul geschreven, in zijn allerbeste Duits.
Deze oom - G. Bloemendaal - schreef dat zijn neef "die einigste Sohn meiner Schwester" was. Nu wist ik iets héél belangrijks...
Als ik de ouders van deze jongen wilde traceren, dan moest ik blijkbaar op zoek naar een familie Van Leeuwen-Bloemendaal. En die moesten bovendien "wohnhaft in Woerden" zijn geweest. Zouden zij misschien wél in de archieven te vinden zijn?
Jawel, dat lukte! Dankzij de hulp van wat fanatieke mensen die net als ik in deze tijden van corona tamelijk werkloos waren en geen zin hadden in de puzzels van Jan van Haasteren, maar wél in deze.
Nu hadden we dus de ouders gevonden van deze jongen. In de bijbel hadden zij hun zoon veel sterkte gewenst, misschien wel vlak voordat hij naar Duitsland moest om daar te gaan werken... Maar ja, die ouders waren uiteraard inmiddels overleden. Hoe nu verder?
Bovendien: hoe moest ik de zin "die einigste Sohn meiner Schwester" lezen? Betekende dit dat de jongen van de bijbel het enige kind was, of alleen de enige zoon? Had hij misschien nog zussen? Want díe zouden dan héél misschien nog wel nog in leven kunnen zijn!
Ik schreef al dat er meerdere brieven bij de bijbel zaten. Een andere brief was die van mijn opa zelf. Deze eindigde met: "Groeten van een onbekende". Deze zin vond ik zo treffend voor deze speld-in-een-hooiberg-zoektocht dat die gebruikte als naam voor een nieuwe website.
Op http://www.groetenvaneenonbekende.nl  deed ik verslag van mijn vorderingen. Ook hier kwamen langzaam maar zeker tips binnen. Want ik zat met flink wat vragen. Zo was er nóg een brief: deze was van een dominee in Woerden aan wie mijn opa tijdens zijn speurtocht had geschreven.
Deze dominee - C. Chr. Griffioen - hield er behalve een haast onleesbaar handschrift ook de overtuiging op na dat de door mijn opa gezochte mensen inmiddels niet meer in Woerden woonden, maar verhuisd waren naar Leeuwarden. Hij gaf een - eveneens lastig ontcijfbaar - adres.
Mijn opa schreef dat adres op een envelop en stuurde een nieuwe brief. Het feit dat ik deze brief nu in de bijbel vond betekende dat deze retour afzender was gekomen. Klopte het adres niet? Of waren de mensen alweer verhuisd?
Wat mij vooral bevreemde: mijn opa had de brief geadresseerd aan Corn. Marinus van Leeuwen. Waarom zou hij dat hebben gedaan? Hij wist de namen van de nabestaanden natuurlijk niet. Was de verklaring misschien zo simpel?
Ondertussen las ik ook het dagboek van mijn opa. Zou daar de ontmoeting in staan? Vond ik zo misschien een aanknopingspunt?
Wat ik las stelde niet gerust: verhalen over hoe opa met brancard door mijnenvelden loopt, of achtergelaten patiënten ontdekt met wonden vol maden...
Met dit soort fragmenten raakte de laatste zin uit de aanbevelingsbrief van de oom mij ook des te meer: "Wollen Sie so gut sein mein Neffe etwas entgegen zu kommen, weil das Leben für ihm noch ein Anfang nehmen must."
Hij was toen net 20 jaar oud.
Een brok in mijn keel.
En toen kreeg ik een bericht van iemand die viavia over mijn zoektocht had gehoord:
"Nicolaas Jacob van Leeuwen en Wilhelmina Bloemendaal waren de opa en oma van mijn moeder."
Wacht even. Hoe zat dit??
Wat bleek: Nicolaas en Wilhelmina hadden naast Cornelis Marinus nóg drie kinderen gekregen. En hier waren kleinkinderen én achterkleinkinderen van gekomen, en met één daarvan had ik nu tot mijn stomme verbazing ineens contact!
Maar het werd mooier: twee van de zussen van de jongen van de bijbel waren op dit moment nog in leven én in goede gezondheid.
En het werd nóg mooier, vertelde ze: de weduwe van Cornelis Marinus leefde ook nog. En als ik wilde, dan kon ik haar bellen.
Maar wácht eens? Hoe zat dit? Ik belde mijn oma om dit verwarrende nieuws te delen. "Dus... dan had hij de oorlog overleefd?" aarzelde ze.
"Dat moet dan wel," zei ik.
"Heb je die weduwe al gebeld?"
"Nee, maar dat ga ik nu doen."
Bonkend hart terwijl ik het nummer intoets.
Een vrouwenstem.
Ik stel me voor en vraag meteen: "Kent u iemand met de naam Cornelis Marinus van Leeuwen?"
"Jazeker. Daarmee was ik getrouwd," klonk het. "En hij was in 1945 in Duitsland."
"Aha. Dan weet u vast waar ik voor bel."
En inderdaad, ze wist het.
Ze vertelt dat haar man na de oorlog weer naar naar Woerden kwam, waar zij elkaar ontmoetten. Vervolgens verhuisde hij naar het adres waar mijn opa zijn brief - net iets te laat - naartoe had gestuurd, want ook daar verhuisde hij weer vandaan.
Mijn opa zat dus goed. Hadden die mensen het nieuwe adres van de jongen geweten, dan was de post doorgestuurd, hadden zij elkaar terug kunnen zien en had hij hem de bijbel kunnen overhandigen. Alles klopte gewoon al die tijd. Op één ding na. Hij had de oorlog overleefd.
“Ik zou het wel heel leuk vinden als ik die bijbel een keer mag zien,” zei de weduwe.
“Nog sterker: hij is voor u,” zei ik. Want inmiddels had ik begrepen dat haar man in 2010 overleden was. “Bij zijn Heer,” zoals de weduwe het formuleerde.
En zo komt de zoektocht ten einde. Zodra de coronamaatregelen voorbij zijn, reis ik naar haar toe en overhandig ik de bijbel. Na 75 jaar, eindelijk op de plek waar hij al die tijd al hoorde. Ik ben blij. Heel blij. En mijn oma ook. “Ik zei toch: jij kent veel mensen.”
En daarin had ze gelijk. Blijkbaar ken ik veel fantastische, lieve, behulpzame mensen, die zich willen inzetten om onbekenden een plezier te doen.
Het was een eer dit te mogen doen, namens mijn opa, en ik kijk erg uit naar de naderende ontmoeting.
Ik was al langer van plan om een theatervoorstelling te maken op basis van de dagboeken, maar nu weet ik eindelijk hoe ik het verhaal ga vertellen. En dankzij coronawerkloosheid heb ik tijd, dus nu gaat het er ook echt van komen. Eindelijk.
De vorderingen blijf ik delen op
http://www.groetenvaneenonbekende.nl 
Als u tot hier bent blijven lezen, dan bent u het vast met me eens dat dit een bijzonder verhaal is. Ik heb zin om het nog veel vaker te vertellen. Het liefst in een mooi theater, zodra dat weer mag.
Eind goed al goed.
Dank voor het lezen.
Blijf gezond. En blijf thuis.
Alles komt ooit weer op z'n pootjes terecht, dat is nu wel duidelijk. Houd vol, houd moed.
Tot snel. Ik heb er zin in. 💕

1 opmerking: