donderdag 23 januari 2020

30-Day Song Challenge - dag 12

Zie mijn introductie op 12 januari.  Het is de bedoeling dat je elke dag een bepaald liedje noemt binnen een bepaalde context. Eigenwijs als ik ben hou ik het niet altijd bij één liedje...!

(tekst gaat verder onder de afbeelding)
Day 12 - a song from your preteen years

Eén van de meest gestelde vragen aan muziekliefhebbers is: wat was jouw eerste grammofoonplaat? De jongere generatie wordt waarschijnlijk gevraagd naar de eerste cd of download. Mijn eerste plaatje was Soley Soley van The Middle Of The Road (eind 1971). Ik was toen 8 jaar oud en kreeg het als troost voor een vervelend maar onschuldig medisch ingreepje en heb lang lopen twijfelen tussen deze plaat en Johnny Reggae van The Piglets.
In die tijd brak ook The Sweet door, aanvankelijk met bubblegumpop, maar er kwam steeds meer hardrock in de muziek. Het uiterlijk van de heren veranderde van indianenoutfit naar een vrouwelijke glitterrockuitstraling. Ook de hoge falsetzang in de achtergrondzang is kenmerkend voor The Sweet. Uiteindelijk nam het succes af, na nog een korte opleving in 1978 met "Love is like oxygen". Zanger Brian Connolly is vrij vroeg overleden na een alcoholverslaving.
Even later kwam Mud in beeld. Ze kwamen uit dezelfde stal als The Sweet, maar hadden meer een Elvis-achtig imago. Alleen Rob Davis, de gitarist met de rode krullen, hees zich in glitterachtige broeken met wijde pijpen. 
In 1980, was Mud allang niet meer in de hitparade te vinden en was alleen Les Gray nog over als oorspronkelijk bandlid. Ik heb hem toen even ontmoet tijdens de opnamen van de jubileumuitzending van Toppop. Hij was een ontzettend aardige, grappige man, prototype van een ADHD-er, geweldig! Helaas is hij in 2004 overleden.
Rob Davis was de man achter "Can't get it out of my head" waarmee Kylie Minogue in 2001 een wereldhit scoorde. Bassist Ray Stiles ging later naar The Hollies, drummer Dave Mount trok zich terug uit de muziekwereld, het is onduidelijk of hij in verzekeringen of in de keukenverkoop ging, maar hij pleegde zelfmoord in 2006.
André van Duin brak in 1964 als 17-jarige bandparodist, Begin jaren zeventig brak hij door met singles als Het Bananenlied (parodie op The Banana Boat Song), Angelique (parodie op The Swiss Maid) en Wonderkind (parodie op Furthermore). Daarna werd hij vooral bekend om zijn pismelige revushows met o.a. Frans van Dusschoten als "aangever" (side kick), die hij regelmatig de slappe lach bezorgde, carnavalsnummers zoals Willempie (waar ouders van verstandelijk beperkte kinderen zich gekwetst door voelden) en de legendarische Dikvoormekaarshow, die in 2019 werd verkozen tot beste radiomoment in een eeuw radio. Toch werd hij decennia lang gezien als een volkskomiek, een gekkebekkentrekker met onderbroekenhumor en (soms briljante, soms heel flauwe) typetjes.
Het tij keerde nog niet eens zo lang geleden. Hij had in de jaren tachtig al een serieuze elpee gemaakt met luisterliedjes die positief ontvangen werd, maar hij bleef nog lang gekke André. Maar in de jaren tien van de 21e eeuw begon het tij te keren. In 2015 speelde hij in The Sunshine Boys een tragikomische rol. Kort daarna kreeg Martine Bijl een zware hersenbloeding. Ze presenteerde toen Heel Holland Bakt met haar typische vileine humor, maar kon dit niet meer doen. Toen Omroep Max aankondigde dat André van Duin haar zou vervangen, hielden de fans van Heel Holland Bakt hun hart wel even vast. André is oké, hoor, maar zou een gekkebekkentrekker nou wel de geschikte vervanger van Martine zijn?
André kreeg het voor elkaar. Hij was leuk, maar ook ingetogen, zonder typetjes, stemmetjes en scheve bekken. De twijfels smolten weg, André was een waardig opvolger van Martine, die helaas nooit meer voor de camera zou verschijnen: in 2019 overleed ze aan de gevolgen van die vernietigende hersenbloeding. Eind 2019 gaf André in een nieuw seizoen HHB een mooi ingetogen in memoriam door een foto van Martine neer te zetten in de "baktent".

Ingetogen, en André van Duin? Ja, echt, het kan!

Al voor het overlijden van Martine Bijl was André van Duin (inmiddels al rond de zeventig) benaderd om de rol te spelen van Evert in de serie Hendrik Groen, gebaseerd op het opzienbarende fictieve dagboek van een man van in de tachtig die zijn dagen telde in een bejaardenhuis. Hendrik Groen had een vriend die zelfstandiger woonde, Evert, een eigenwijze mopperaar die graag een drankje lustte. Van Duin werd volgens eigen zeggen erg kort gehouden door de regisseur en vond dat best zwaar, maar het resultaat was verbluffend. Zo verbluffend, dat de eerste serie insloeg als een bom.

En dus moest ook het tweede boek verfilmd worden. De tweede serie week wel eens af van dat boek, maar enkele passages met Evert werden gelukkig wel meegenomen: over Everts hond Mohammed, en over Everts ziekbed. Maar wie in mijn jonge jaren had beweerd dat de "gekkebekkentrekker" André van Duin me in korte tijd twee keer aan het snotteren kon brengen, had ik voor gek verklaard

En daarom wil ik ook André van Duin meenemen in mijn "preteen years". Met een gekkebekkenliedje liedje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten