vrijdag 17 januari 2020

"Als we het winterkoninkje mogen geloven, is de lente begonnen."

Opnieuw ziet Koos Dijksterhuis (Trouw) lentebodes: dit keer een zingend winterkoninkje. Ik vind dat zulke leuke vogeltjes! Klein, snel, en dan dat staartje parmantig omhoog...
Qua lentebodes heb ik gisteren ook weer e.e.a. gezien. Bloeiende sneeuwklokjes en winterakoniet, en geen incidenteel bloemetje, maar algemeen. En ook rozen die (al is het wat armoedig) nog steeds bloemen produceren. Zelf heb ik de "groene roos" die behoorlijk winterhard is qua bloei, maar gewone rozen heb ik nog nooit zien bloeien in januari (wel rond de kerst).

Overigens kan het theoretisch gezien nog alle kanten op met de winter, het is vaker voorgekomen dat februari alsnog koud werd en zelfs een Elfstedentocht opleverde (1956). In 2018 kregen we een heel zachte januari, maar eind februari kregen we alsnog winter en in maart hadden we, naast wat erg zachte dagen, ook ijsdagen (een etmaal waarin het niet boven nul komt).

Natuurdagboek Koos Dijksterhuis

Als we het winterkoninkje mogen geloven, is de lente begonnen

Beeld Maartje Geels, Koos Dijksterhuis
Koning Winter is nog niet eens ingehuldigd, of ik hoor het winterkoninkje al zingen! In echte winters zijn winterkoninkjes te druk met overleven – ’s nachts bij elkaar kruipen om bevriezing te voorkomen en overdag op zoek naar insecten en zaadjes: eten om warm te blijven. Maar als het even meezit, zetten ze hun beruchte keel op.
Winterkoninkjes zijn een van de kleinte vogels van Europa, maar hebben het stemvolume van een Pavarotti. Ze schetteren en ratelen door bossen en parken, erven en tuinen. Met dat lawaai houden ze concurrenten op afstand – koningen denken altijd dat ze belaagd worden door op hun troon belusten – en lokken ze huwelijkskandidaten of eventueel vrijers voor een nacht. Hoewel een hele nacht ongekend lang zou zijn voor de vrijage van een winterkoning. Dat is een kwestie van erop en eraf, met een seconde gewiebel ertussen. Ze compenseren die vluggertjes met een hoge frequentie.
Enfin, als we de zingende winterkroonprins mogen geloven, is de lente begonnen. Klimaatverandering is niet best, maar dat de winterkoning nu al zingt is een voordeel. Winterkoninkjes leiden doorgaans een heimelijk bestaan in de bosjes, waar ze door hun schutkleur niet gemakkelijk in beeld komen, en als ze in beeld komen, glippen ze er zo weer uit, beweeglijk als ze zijn. Een zingende winterkoning echter laat zich soms prachtig zien, op een uitstekende, kale tak, de wolkenlucht erachter, het bekkie opengesperd, de staart recht omhoog.
In mijn tuin is struikgewas genoeg, en zijn dode planten van vorig jaar, dode takken liggen op een stapel, er ligt blad op de bodem. Het winterkoninkje kan er naar hartelust scharrelen en zich verstoppen. Ik heb een oud nestkastje verdekt opgesteld op de grond, als schuilplaats voor wie er maar in wil: muizen, insecten, of misschien een winterkoning.
Hopelijk vindt-ie een partner en krijgen ze jongen. Dan is het pas echt lente.
Iedere dag verwondert bioloog Koos Dijksterhuis zich over iets dat groeit of bloeit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten