zaterdag 28 maart 2020

Kluizenaarsquarantainetip 1: Regelmaat

Pater Hugo, de kluizenaar van Warfhuizen, heeft besloten zijn eigen ervaringen als kluizenaar te delen met de mensen (ook niet-gelovigen) die in coronaquarantaine zitten. Wees niet bang voor bekeringsdrang of gepreek. De pater schrijft met een scheut humor die we vooral nu zo hard nodig hebben. Enkele dagen eerder zei hij dat de drie R's belangrijk zijn. Vandaag bespreekt hij de eerste R: Regelmaat.

De heilige Mozes van de Scetis (een woestijnvader uit de vierde eeuw) zei: Blijf in je cel, en je cel zal je alles leren. Hij zei er niet bij dat de cel nogal een kreng van een lerares kan zijn.

Het eerste probleem dat zich voordoet als je plotseling het isolement betreedt is dat de tijd wegvalt. Je normale werkzaamheden zijn er niet meer, alle prikkels vallen weg en er is niemand om je te controleren. Misschien zie je door een raampje nog wel dat buiten de zon op- en ondergaat, maar de lengte van de uren lijkt ineens te fluctueren als de waterstraal van een kraan waarvan de druk hapert.

Het gevaar doet zich ogenblikkelijk voor dat de moderne mens – die zoete herinneringen koestert aan luie weekends die tot diep in de middag in kamerjas worden doorgebracht – om te gaan rondrommelen, lamballen en reuteleteuten. Precies doen waar je zin in hebt (wat iets heel anders is als doen wat je wilt, waarover later misschien meer).

Dat mag (als je geen monnik bent) best eens een keer, maar niet te vaak. Er is namelijk niets zo benauwend als grenzeloosheid, en een leven zonder ritme levert razendsnel een soort agressieve verveling op die monniken akedia noemen. Die leidt tot chronische rusteloosheid (tien keer je mail checken, van alle netflix-series de eerste drie minuten kijken, je vrienden (en vage kennissen) vervelen met onnodige appjes, in huis drie klusjes beginnen maar niets afmaken, laat staan dat je nog een boek zou kunnen lezen). In de meest extreme gevallen kan dit leiden tot een toestand die monniken akathisia noemen, het totale onvermogen tot enige vorm van rust. Je moet dan worden platgespoten en opgenomen om te voorkomen dat je jezelf wat aandoet. Enfin, gelukkig is dat uiterst zeldzaam.

Ook als er geen sprake is van akathisia verschuift de onrust van pregnante verveling op den duur altijd in de richting van het troosten van de onderbuik. Er ontstaat dan een verslavende fixatie op de onheilige Drie-eenheid “VZN” (eten, drank en sex). Dat klinkt wel lekker maar dat is het niet. Als je even nadenkt snap je zelf ook wel dat dat geen maanden vol te houden is. Het is niet de bedoeling dat je na de quarantaine moddervet, drankverslaafd en, eeh… uitgeleuterd bent.

Probeer dus in de stilte zoveel mogelijk een normaal ritme vast te houden. Dat hoeft niet precies hetzelfde te zijn als toen je nog “losliep,” zolang het maar redelijk consequent wordt vastgehouden. Monniken hebben daarvoor een stelsel van getijdengebeden ontwikkeld, dat de dag als het ware van een “skelet” voorziet. Als je niet religieus bent zou je iets kunnen ontwerpen dat daar op lijkt, bijvoorbeeld vijf keer per dag een kwartiertje de tuin in of het balkon op om te luisteren naar de stilte. Vijf keer per dag in alle rust een gedicht lezen (waar tegenwoordig bijna geen mens meer geduld genoeg voor heeft. Misschien lukt het in de corona-leegte wel). Eet op gezette tijden en maak eens werk van het koken. Enfin, ik hoef je ook niet alles voor te kauwen.

Tot slot, het allerbelangrijkste: KOM OP TIJD JE NEST UIT!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten